Vredespaleis

Het Vredespaleis de 20e eeuw in

Weinig mensen waren ten tijde van de bouw van het Vredespaleis enthousiast over het ontwerp dat architect Louis Cordonnier had gemaakt: een gebouw in renaissance stijl, opgetrokken in rode baksteen en natuursteen met gebeeldhouwde ornamenten zoals friezen en pilaster. Een dergelijk traditioneel ontwerp werd gezien als een verwijzing naar Nederlands ‘glorietijd’ en dus ook naar oude manieren van denken die tot oorlogen hadden geleid, waarmee het allesbehalve een weergave was van de hoop op een moderne, vreedzame maatschappij. Herman Rosse wist het gat tussen heden en verleden wel te dichten met zijn ontwerpen voor het interieur. Waar haalde hij zijn inspiratie vandaan om het Vredespaleis toch die 20e eeuw in te trekken?

Arts and Crafts Movement
In de late 19e eeuw had de industriële revolutie zich verspreid over talloze landen in de Westerse wereld. De massaproductie had veel objecten echter onpersoonlijk gemaakt, waar kunstenaars van gruwden en hen aanzette tot een nieuwe kunstbeweging: de
Arts and Craft Movement. Deze idealistische beweging was ervan overtuigd dat ware schoonheid alleen bereikt kon worden als de passie van een ambachtsman aan een kunstobject ten grondslag lag. Wie zich vervolgens omgaf met die schoonheid, zou ook moreel verrijkt worden. De ontwerpen werden daarom toegepast op meubels, gebruiksvoorwerpen en zelfs hele interieurs. In plaats van een levensechte weergave van flora en fauna zoals men die altijd had nagestreefd, vond er een verandering plaats naar vereenvoudigde, heldere lijnen, vormen en patronen. Met één voet in het heden en één in het verleden, bood deze beweging tegenwicht tegen de industriële veranderingen.  

                

Ontwerp door Charles Voysey (links) en door Herman Rosse (rechts)


Invloed op Herman’s stijlontwikkeling
Op 18-jarige leeftijd ging Herman naar het Royal College of Arts in Londen in 1905. Deze gerenommeerde school had de principes van de Arts and Crafts Movement omarmd, waarvoor Herman’s interesse al tijdens zijn opleidingen in Nederland was gewekt. Hier studeerde hij bij twee kopstukken van de Arts and Crafts: bij William Lethaby als leerling en als werkstudent in de studio van Charles Voysey, een beroemde architect en decorateur wiens oeuvre tot op vandaag voor velen een inspiratiebron vormt.  

Voysey werkte altijd met een klein aantal assistenten, wat een intensieve leeromgeving tot gevolg had. Zijn leerlingen hadden als taak om kopieën van zijn werk te maken, waardoor zijn stijl door alle herhaling en het geconcentreerde werken bijna op een natuurlijke manier in hun vingers en daarmee vervolgens in hun eigen werk terecht kwam. Dit is ook duidelijk te zien wanneer we het werk van Herman naast dat van zijn leermeester leggen: hoewel een minimalistische stijl in die dagen modieus was, vertonen in het bijzonder het heldere lijnwerk en de toepassing van egale kleurvlakken in geometrisch opgebouwde patronen van leermeester en leerling grote overeenkomsten. Deze gestileerde, haast grafische en ritmische weergave van bloemen, bladeren en doornen is geen imitatie van de werkelijkheid, maar meer een fantasie.  

Het onwerkelijke tot een werkelijkheid maken. Dit was waarin Herman excelleerde en het zou uiteindelijk misschien wel de essentie van zijn carrière gaan vormen: van het ontwerpen van het interieur van het Vredespaleis tot sets en kostuums voor theater en film. Hij ontwikkelde een hechte vriendschap met Voysey, die Herman als een van zijn topstudenten beschouwde. Voysey droeg echter niet alleen bij tot de ontwikkeling van Herman’s stijl, maar hij zou hem aanbevelen als de ideale interieurontwerper van het Vredespaleis.   

 

Charles Voysey doek, van de V&A collectie


Kloven overbruggen
Door de stijl van de Arts and Craft Movement rijkelijk toe te passen in het Vredespaleis, dichtte Herman op een bepaalde manier een gat tussen heden en verleden. Hij gaf een moderne twist aan Cordonnier’s statige gebouw door traditionele motieven op vernieuwende wijze weer te geven, waardoor het stevig in de 20e eeuw kwam te staan en uitstraalde gericht te zijn op de toekomst.

Niet alleen overbrugde Herman voorbije tijden met nieuwe kunstopvattingen, ook de verschillende culturele achtergronden van de grondleggers van het Vredespaleis wist hij te verbinden door motieven te gebruiken die overal in de wereld voorkomen: manden vol uitbundig bloeiende bloemen sieren plafonds en wanden. Maar bovenal koos hij voor sprekende kleuren, waardoor niemand de verwijzing naar een vreedzaam paradijs kan ontgaan. Hoewel de stijl een typisch westers fenomeen zou blijven, belichaamt de universele vormentaal eenheid en vrede tussen mensen en landen, de opgave waar het Vredespaleis voor stond aan het begin van een nieuwe eeuw.  


Nieuwsgierig naar Herman Rosse? Lees in het rijk geïllustreerde magazine ‘Herman Rosse’ alles over zijn decoraties in het Vredespaleis en de achterliggende betekenissen.