Vredespaleis

Eerste Haagse Vredesconferentie 1899

Van 18 mei 1899 tot 29 juli 1899 werd in Nederland de Eerste Haagse Vredesconferentie gehouden met het doel om vreedzame conflictbeslechting en ontwapening te bevorderen. De conferentie werd geïnitieerd door de Russische tsaar Nicolaas II, gastvrouw was de Nederlandse koningin Wilhelmina. De Eerste Haagse Vredesconferentie vond plaats in het Nederlandse Koninklijk Paleis Huis ten Bosch.

Den Haag
Als locatie voor de Eerste Vredesconferentie werd Den Haag gekozen. Verschillende aspecten speelden hierbij een rol: Met grote filosofen en rechtsgeleerden zoals Erasmus en Grotius stond Nederland al aan de wieg van het internationaal recht. Bovendien had het land een relatief neutrale positie in het Europese spanningsveld en was Den Haag in 1894 al gastheer van een internationale Haagse Conferentie voor Privaatrecht onder voorzitterschap van Tobias Asser. Het is waarschijnlijk dat ook de familiebanden tussen het Nederlandse en het Russische koningshuis een rol hebben gespeeld bij de keuze voor Den Haag. Er kan zeker worden geconcludeerd dat de Eerste Haagse Vredesconferentie het startsein gaf voor Den Haag als internationale stad van Vrede en Recht.

Agenda van de conferentie
De Russische diplomaat en ambassadeur Egor Egorovich Staal was voorzitter van de conferentie die onderverdeeld was in drie hoofdsecties: ontwapening, internationaal recht en arbitrage. De meer dan 100 afgevaardigden uit 26 landen bespraken een breed spectrum aan onderwerpen met betrekking tot deze onderwerpen, waaronder de regulering van bewapening en het gebruik van geweld:
Op de agenda van deze Eerste Haagse Vredesconferentie in 1899 stonden voorstellen zoals het bevriezen van militaire uitgaven, een verbod op het gebruik van onderzeeboottorpedo’s en het gooien van explosieve projectielen vanuit ballonnen of andere vliegtuigen, en een verbod op de ontwikkeling van nieuwe wapens met een grotere vuurkracht dan de bestaande. Een belangrijk agendapunt was ook het aanvaarden van de grondslagen van arbitrage om internationale geschillen in de toekomst te beslechten of te voorkomen.

Resultaten van de conferentie
De Vredesconferentie van 1899 was een mijlpaal in de geschiedenis van internationale betrekkingen en zette de toon voor toekomstige pogingen om vrede en ontwapening te bevorderen. De conferentie was een antwoord op de groeiende bezorgdheid over de bewapeningswedloop en de mogelijkheid van oorlog in Europa. Daarnaast weerspiegelde de conferentie de groeiende belangstelling voor internationaal recht en de behoefte aan een internationaal rechtssysteem.
Het resultaat van deze conferentie was de aanvaarding van drie verdragen:
Convention for the Pacific Settlement of International Disputes,
– Convention respecting the Law and Customs of War on Land,
– Convention on the Adaptation to Maritime Warfare of the Principles of the Geneva Conventions van 22 augustus 1864.

In het vervolg kwam er onder andere een verbod op gifgassen en dum-dum kogels, werd er een resolutie over militaire aanklachten aangenomen en werden er in totaal zes voeux (wensen) uitgesproken. Het waarschijnlijk belangrijkste resultaat van de Eerste Haagse Vredesconferentie was het oprichten van het Permanent Hof van Arbitrage als gevolg van de Convention for the Pacific Settlement of International Disputes. Tijdens de afsluitende ceremonie op 29 juli 1899 werden deze besluiten ondertekend en opgenomen in de Slotakte van de Conferentie.

Permanent Hof van Arbitrage (PCA)
Tijdens de Eerste Haagse Vredesconferentie werd er aangedrongen op regels voor bindende arbitrage op basis van een zogenaamd permanent verdrag. Door de ‘Hague Convention on the Pacific Settlement of International Disputes’ die op de conferentie werd besloten, werd het PCA opgericht. Het PCA speelt sinds de oprichting 125 jaar geleden een cruciale rol in de vreedzame beslechting van internationale geschillen en heeft meer dan 300 zaken behandeld. Het Permanent Hof van Arbitrage is nog steeds een van de belangrijkste instellingen op het gebied van vreedzame beslechting van internationale conflicten.

Vredespaleis
Na de Eerste Vredesconferentie werd besloten een ‘Temple of Peace’ te bouwen om het Permanent Hof van Arbitrage te huisvesten en werd de filantroop Andrew Carnegie benadered om de bouw te bekostigen. In 1903 werd de Carnegie Stichting opgericht om zijn schenking te beheren en de bouw van het paleis in goede banen te leiden. Tijdens de Tweede Vredesconferentie in 1907 werd de eerste steen van het Vredespaleis gelegd. In aanwezigheid van de Nederlandse koninklijke familie, financier Andrew Carnegie en een internationale groep juristen, politici en pacifisten werd het Vredespaleis op 28 augustus 1913 officieel geopend.

Het Vredespaleis huisvest tegenwoordig het Permanent Hof van Arbitrage, het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties, de Haagse Academie voor Internationaal Recht en de Bibliotheek van het Vredespaleis. De Carnegie-Stichting is de eigenaar en beheerder van het Vredespaleis.