Vredespaleis

Nieuwe bestemming meubilair

Nieuwsbericht | 15-05-2018

Carnegie-Stichting gaat in gesprek met erfgoedorganisaties en musea over meubilair

De Carnegie-Stichting, beheerder van het Vredespaleis, betreurt de commotie die is ontstaan nadat bekend werd dat enkele stoelen en tapijten, oorspronkelijk afkomstig uit het Vredespaleis, zouden worden geveild. De Carnegie-Stichting heeft begrip voor de zorgen van erfgoed belangenbehartigers en heeft de veiling afgeblazen. De organisatie gaat nu eerst nogmaals in gesprek met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en andere betrokken partijen, zoals musea, om te bekijken of het meubilair in openbare collecties een plek zou kunnen krijgen.

Over het Vredespaleis

In het Vredespaleis wordt elke dag gewerkt aan vrede door recht. In het paleis, eigendom van de Carnegie-Stichting, zetelen het Permanent Hof van Arbitrage en het Internationaal Gerechtshof. De Carnegie-Stichting faciliteert deze hoven. Daarnaast beheert de Stichting het gebouw en de daarbij horende (kunst)historische goederen. De historische ruimtes worden gebruikt voor de zittingen en werkzaamheden van de hoven. De huidige interieurensembles van het Vredespaleis staan sinds 2017 op de toonbeeldenlijst van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De Carnegie-Stichting tracht immer de balans te bewaken tussen zowel het praktisch gebruik van deze ruimtes als het conserveren van het monumentale karakter van het gebouw.

 

Nieuwe bestemming  voor meubilair in opslag

In 2012 is de Grote Rechtszaal van het Vredespaleis gerenoveerd en aangepast aan de eisen van deze tijd. Daarbij is een geheel nieuw interieur in de zaal geplaatst met toestemming van Monumentenzorg. Een deel van het oude meubilair is vervolgens in andere ruimtes van het Vredespaleis tentoongesteld en een groot gedeelte is, wegens ruimtegebrek in het paleis, extern opgeslagen. De Carnegie-Stichting hecht als eigenaar en beheerder van het Vredespaleis er groot belang aan dat de stoelen en tapijten, die al enkele jaren in de opslag staan en geen onderdeel meer uitmaken van het interieur van het Vredespaleis, een mooie nieuwe bestemming krijgen.

 

Hoewel er door het bevoegd gezag goedkeuring was gegeven voor de vervreemding van de meubelstukken, erkent de Carnegie-Stichting dat zij dit proces anders had kunnen inrichten. Daarom beraadt zij zich met museale partijen en erfgoedorganisaties op een zogenaamde schouw, waarbij musea en andere belangstellende organisaties het meubilair kunnen komen bekijken om te zien wat de betekenis ervan kan zijn voor hun eigen collectie. Het idee van een schouw wordt nu verder uitgewerkt en leidt, zo is de verwachting, tot de beste bestemming voor de meubelstukken en tapijten. Eventueel kan dan, in een later stadium, alsnog tot een veiling worden besloten – maar niet nadat museale experts naar de stukken hebben gekeken.