Vredespaleis

Andrew Carnegie

Het levensverhaal van Andrew Carnegie (1835-1919) is het klassieke voorbeeld van ‘The American Dream’. Carnegie werd geboren in een eenvoudig arbeidersgezin in Schotland en verhuisde met zijn familie naar Amerika, op zoek naar een beter bestaan. Hier wist hij zich van telegrambezorger op te werken tot succesvol ondernemer. Al snel richtte hij zijn eerste staalbedrijf op en breidde dit uit tot een indrukwekkend imperium. In 1901 verkocht hij Carnegie Steel Company voor het toen onwaarschijnlijke bedrag van 480 miljoen dollar. Voortaan wilde Carnegie zich bezighouden met het naleven van zijn visioen: het verstandig uitgeven van zijn kapitaal. Hij meende een verplichting te hebben aan de samenleving die hem zoveel kansen had geboden en daarnaast zag hij zelf volop kansen deze samenleving vooruit te helpen. Wetenschap, opvoeding en vrede waren volgens de kersverse filantroop de belangrijkste voorwaarden voor vooruitgang.

Carnegie Stichting
Carnegie raakte overtuigd van het belang van een paleis voor vrede en stelde maar liefst 1,5 miljoen dollar beschikbaar. Hij stelde daarbij de voorwaarde dat dit Vredespaleis niet alleen het Permanente Hof van Arbitrage zou huisvesten maar ook een openbare juridische bibliotheek van het allerhoogste niveau. In 1903 werd de Carnegie Stichting opgericht om dit bedrag te beheren en de bouw van het paleis in goede banen te leiden. Deze stichting is tot op de dag van vandaag eigenaar en beheerder van grond en gebouw, een erkend Rijksmonument. De stichting ontplooit tevens initiatieven die het vredesideaal uitdragen en is lid van het internationaal-filantropische netwerk van Carnegie instellingen.